Hoofdstuk 3 Dag- en Vrijetijdsbesteding

In dit hoofdstuk willen wij nader ingaan op de rol van arbeid en vrijetijdsbesteding. Hoewel het vinden van een passende werkkring niet binnen het project valt, willen we toch graag iets zeggen over de rol van deze twee gebieden in het leven van onze kinderen.

 

3-1 DAGBESTEDING

Het leven bestaat naast wonen en recreëren ook uit werken. De dagbesteding neemt een belangrijke plaats in het leven in. Dagbesteding betekent een stuk zingeving, erbij horen, de mogelijkheid tot interactie met anderen. Werk biedt de mogelijkheid je vaardigheden te ontwikkelen en deze te onderhouden. Ook kun je middels werk je zelfvertrouwen vergroten en je plek in de maatschappij innemen. Het ervaren van erkenning voor je talenten is voor persoonlijke groei en ontwikkeling voor een ieder eveneens essentieel. Kortom, er wordt van de bewoners verwacht dat elk van hen een bepaalde vorm van dagbesteding buitenshuis heeft.

 

3-2 VRIJETIJDSBESTEDING

Naast alle verplichtingen en bezigheden voortkomend uit werk, sociale omgeving, huishoudelijke plichten, etc. is het voor de bewoner belangrijk om ook tijd voor zichzelf te hebben. Tijd om even niets te doen, lekker onderuit op de bank te liggen of met zijn/ haar favoriete hobby bezig te zijn. Deze vrijetijdsbesteding mag geen verplicht karakter hebben. Het is vrije tijd die men mag en kan besteden zoals hij/ zij dat zelf wil. Alleen of samen met anderen, thuis of ergens anders.
Daartegenover staat dat een teveel aan vrije tijd ook verveling of vereenzaming tot gevolg kan hebben. Voor een aantal van onze kinderen geldt dat het ontbreken van dagelijkse structuur en duidelijkheid eerder een negatief dan een positief effect heeft op het gevoel van welbevinden.
Binnen de woonsituatie willen we daarom een klimaat creëren waarin ruimte, aandacht en ondersteuning is voor ieders eigen vrijetijdsbesteding, zowel binnenshuis als buitenshuis.
Daarnaast willen we ook dat er aandacht is voor het stimuleren, organiseren en ondersteunen van gezamenlijke activiteiten zoals samen tv kijken, spelletjes doen, feestjes organiseren of de kroeg in gaan. Niet omdat het moet, maar omdat het leuk kan zijn. Een gezellige sfeer die uitnodigt tot het ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor het opbouwen van een sociaal netwerk waar bewoners terecht kunnen voor eigen vrijetijdsbesteding.
Het stimuleren en ondersteunen van de vrijetijdsbesteding behoort tot een belangrijke taak van de begeleiders, maar ook op ouders en/of wettelijke vertegenwoordigers mag (vrijblijvend) een beroep worden gedaan bij het invullen en uitvoeren ervan.
Een tijd die een bijzondere plaats inneemt is de vakantie, een aaneengesloten periode waarin weinig tot geen verplichtingen zijn. Een periode waarin je andere mensen en culturen kunt leren kennen en/ of bijzondere activiteiten kunt ontplooien. Voor de een betekent dat samen met ouders of vrienden buitenshuis vertoeven. Voor de ander betekent dat juist los van bekenden zijn en voor weer een ander is het pas echt vakantie om het hele huis voor jezelf hebben.
De keuze voor de invulling van de vakantie ligt in de eerste plaats bij de individuele bewoner zelf, met of zonder de nodige begeleiding en ondersteuning van ouders en/ of begeleiders.